Een brief schrijven

Begin vroeg. Met een fris hoofd. Neem een leeg blad. Schrijf wat je te zeggen hebt. Daarna herlees je. Je doorstreept een woord en schrijft een beter woord erboven. Door het nieuwe woord klopt je zinsconstructie niet meer. Doorstreep de hele zin. Schrijf een betere zin in de kantlijn. Teken een pijltje naar waar de zin moet komen. Herlees. Je wil iets toevoegen. Schrijf het erbij, tussen twee regels. Schrap een uitweiding, en schrijf daarna toch maar een kortere versie ervan ergens in een hoekje. Teken een pijl. Schrap de pijl. Teken een nieuwe naar de juiste plek. Verander Beste naar Hallo, dan naar Hoi, dan naar Dag. Doorstreep Beste, Hallo en Hoi. Schrijf daarna je brief in het net. Je vergeet een zin uit de kantlijn. Herbegin. Voeg een zinnetje toe. Het lijkt een goed idee. Het is geen goed idee. Herbegin. Verbeter onopvallend een spellingfout. Dat wordt een knoeiboel. Schrap de knoeiboel met de spellingfout. Schrijf het woord opnieuw zonder spellingfout. Doe voort. Nee, stop. Begin toch maar opnieuw. Vele uren later. Klaar! Je bent nog iets vergeten. Een PS dan maar? Kan dat nog, een PS? Doe het maar gewoon. En verstuur die brief. Weg is weg.