top of page

Willeke


Ik had één reden om naar Amsterdam te vertrekken. Ik moest vluchten voor Tine, omdat onze relatie tegen alle afspraken in verdacht veel op een relatie begon te lijken. En ik had één reden om daar twee jaar te blijven. In Amsterdam woonde Willeke. Willeke was in één woord: bloedmooi. In twee woorden: bloedmooi en een meter negentig. En in drie woorden: bloedmooi, een meter negentig en doodongelukkig. Joop vertrok elke maandag met een trucklading lege luciferdoosjes richting Italië. Hij kwam op vrijdagmiddag terug. Met een trucklading gevulde luciferdoosjes. Gedurende zijn afwezigheid hielp ik Willeke haar ongelukkig huwelijk te vergeten. Tot Joop een keer geen gevulde luciferdoosjes meebracht en onverwacht thuiskwam. Die dag bracht ik door in de bezemkast. Huiselijke geluiden openbaarden mij de schokkende waarheid. Ik was een armtierig waakvlammetje, Joop een oplegger vol vuur. Toen Joop eindelijk sliep smokkelde Willeke me buiten. Ze acteerde haar meest ongelukkige gezicht en loog dat ze me nu al miste. Op de drempel van mijn huis zat de Vlerk te wachten. Hij vertelde dat mijn moeder dood was. Spoorslags verliet ik Amsterdam. Voorgoed. Zelfs Willeke vergat ik snel. Soms vraag ik me wel eens af of Joop nog altijd op Italië rijdt.

38 weergaven
Archief
bottom of page