top of page

Franky

Al heel vroeg ontwikkelde ik een aversie tegen voetbal. Dit gevoel ontstond toen ik er achter kwam dat voetballers kunnen gekocht en verkocht worden. Mijn voetballende broer Antoine zag het probleem niet. Terwijl ik nachtmerries kreeg van het idee dat ik zomaar iemands eigendom zou kunnen worden, droomde Antoine van zijn eigen verkoop. Hij deelde die droom met mijn klasgenootje Franky. Franky was een aardige jongen, wiens enig talent voetballen was. In het zesde leerjaar schreef Franky zijn naam nog steeds met twee puntjes op de ypsilon. Frankij. Op zijn zestiende werd Antoine op een haar na gekocht door een middelgrote club. Maar de onderhandelingen zijn in extremis afgesprongen door Antoines gewoonte om de verkeerde dingen te zeggen op het verkeerde moment. Mijn voormalig klasgenootje Franky was toen al lang geen voetballer meer. Hij had naar verluidt wel een goed balgevoel, maar geen tactisch spelinzicht. Franky is metser geworden. Ik hoor regelmatig mensen die hem aanbevelen. Hij schijnt goed te zijn. Met een metselaar kan je scoren. Een beetje zoals met een voetballer. Als hij behoorlijk werk heeft afgeleverd, dan kan je levenslang zeggen dat je ooit een geniale metser gehad hebt. Ik vrees dat mensen een beetje bezitterig zijn.

33 weergaven
Archief
bottom of page