Slaap
Het verschil met mijn vader is dat ik nooit naar een dokter ga. Ik heb geen vertrouwen in dokters. Als ik naar een huisarts ga, kan je er donder op zeggen dat die me enkel en alleen maar rust voorschrijft. Zo werkt het niet, natuurlijk. Als ik klachten heb, dan wil ik thuiskomen met op zijn minst een stuk of wat voorschriften voor spul dat niet vrij verkrijgbaar is. Mijn vader gelooft wel in dokters, maar niet in pillen. Mijn vaders huisarts denkt verkeerdelijk dat ze hem fit en gezond houdt door hem een massa voorschriften mee te geven. Hij heeft een huisapotheek om u tegen te zeggen, maar raakt geen medicament aan. Ik daarentegen kan me geen leven voorstellen zonder mijn vaders overvolle medicijnenkast. Ik vind er alles wat ik hebben moet. Met dokters heb ik het gehad. Ze meten je bloeddruk en luisteren een beetje naar je rug. Alsof mijn rug wat aan zo’n dokter te vertellen heeft. De laatste keer dat ik naar de arts ging, toen had ik slaapproblemen. Al weken deed ik geen oog dicht. De dokter luisterde naar mijn rug en zei dat ik meer rust moest nemen. Dat kon ik zelf ook verzinnen.