En en
Paalman was én bijziend én verziend. Zonder bril zag hij alleen mist. In de Erato zag ik hem ooit van de trap vallen. De trap in de Erato was legendarisch. Hij was onwaarschijnlijk steil en had ongehoord smalle treden. Maar daar lag het niet aan. Het lag aan Paalman zelf. Hij kwam roekeloos rechtop lopend naar beneden, terwijl ieder normaal mens dat ding op handen en voeten af klauterde. Paalman was getrouwd, maar hij raakte op zijn vrouw uitgekeken. Hij verliet haar voor haar tweelingzus. Die zag er precies hetzelfde uit, maar het is mogelijk dat Paalman dat niet wist. Hij was immers bijziend en verziend. Paalman keerde naar zijn vrouw terug toen ze zwanger bleek te zijn. De tweelingzus trok bij het koppel in, omdat zij ook zwanger was. Beide zussen kregen een dochtertje. Ik weet het niet zeker, maar genetisch gezien waren die dochtertjes misschien ook wel een soort tweeling. Paalman genoot ervan dat hij daar zomaar mee weg kwam. Hij omschreef het als een win-win situatie. Niet veel later schopten de zussen hem pardoes de deur uit. Paalman had het niet voelen aankomen. Hij was niet alleen bijziend en verziend, hij is ook nooit bijzonder vooruitziend geweest.