De Hohner
Peet vond altijd dat wij kinderen ook best een glaasje Elixir d’Anvers mochten hebben. Mijn moeder draaide dan ostentatief met haar ogen, waarop Peet achter haar rug zijn tong uit stak. Hij wou alleen maar zijn dochter jennen. Wanneer ik zonder mijn moeder bij Peet kwam, kreeg ik ook geen Elixir. Op een bepaald moment gaf Peet mij wel accordeonlessen. Ook daar stond mijn moeder niet achter. Maar dat was geen probleem, want ze wist het niet. Peet leerde me Broeder Jacob spelen. Daar is geen kunst aan, aan Broeder Jacob. Ook Stille Nacht kreeg ik op den duur in de vingers. Daar was ik zo fier op dat ik het bijna thuis vertelde. Daarna moest ik met de rechterhand Stille Nacht spelen, terwijl ik met mijn linkerhand hoempapa deed. Daar liep het fout. Coördineren is niet mijn ding. Ik speelde nog enkele woensdagnamiddagen Stille Nacht, en toen gaf Peet er de brui aan. Na de dood van mijn moeder ontdekte mijn vader in een koffer op zolder een kleine Hohner met haar naam erop. Een avond lang staarden we verbijsterd naar wat blijkbaar mijn moeders oude accordeon was. Nu ja, geen hele avond. Tot de Elixir d’Anvers leeg was.
Comments