Vader slaapt
Mijn vader slaapt. Zijn tachtigjarige schim ligt op de zetel. Op zijn rechterzijde. In foetushouding. Ik kijk toe. Ik ben toeschouwer van een aflopend leven. Nochtans is mijn vader niet stervende. Hij is niet eens ziek. Fysiek is hij meetbaar in topkonditie. Maar hij slaapt. Wanneer hij straks wakker wordt, zal hij iets eten, daarna zal hij wat wandelen of fietsen, en daarna gaat hij weer enkele uurtjes op de zetel liggen. Om te slapen. Een cyclus die zich drie of vier keer per dag herhaalt. Hij werkt niet meer in zijn moestuin, vult zijn voorraad brandhout niet langer aan, heeft het motorrijden opgegeven en ook de auto is weg. Het zegt hem allemaal niet zo veel meer. Hij heeft er geen zin meer in. Hij wil alleen nog slapen. Zelfs wakker is hij nu een slapende versie van de man die hij ooit was. Van zichzelf. Ik kijk naar mijn vader en word er stil van hem daar zo te zien liggen. Als een slapend hoopje kwetbaarheid. Als een foetus. Als een cirkel die rond is. Ik zit naar mijn eigen toekomst te kijken. Ik hou nu al zoveel van mijn middagdutjes. Mijn vader ziet mij niet. Hij slaapt.
Afbeelding van Bianca Van Dijk via Pixabay
Comments