Voldongen feiten 1
Ik was niet gaan slapen. Toch werd ik wakker, drie weken nadat ik was opgestaan. Op een maandag. Een doodgewone maandag. Ik heb die maandag gedaan wat ik elke dag doe, op het werk. Me druk maken om gebakken lucht. Liters koffie drinken. Ruzie maken met minstens vijf mensen. In allerijl een spoedvergadering beleggen. Water bij de wijn doen. Me neerleggen bij de argumenten van die vijf idioten. Daarna: toch mijn zin doen. ‘s Avonds vertrok ik, me verkneukelend op de ontzetting op hun gezichten, wanneer ik hen de volgende dag zou confronteren met mijn ultieme gelijk. Ik hou van voldongen feiten. Vooral als ik ze zelf voldongen heb. Ik reed weg met een stevige soundtrack. Rammstein. Du. Du hast. Du hast mich. Du hast mich gefragt. Du hast mich gefragt. Du hast mich gefragt. Und ich hab nichts gesagt. Ik reed weg. Ik werd wakker. Geen knal. Geen vuurwerk. Geen pijn. Ik voelde niets. Ik was alleen nog hoofd. Mijn armen zijn teruggekomen. Mijn benen niet. Later hoorde ik dat ik blijvende schade heb opgelopen omdat passanten me uit de auto gesleurd hebben. De niet brandende, niet ontplofte auto. En dat ik geluk gehad heb. Ik heb geluk gehad.
foto: © Paul Bert
Commentaires