top of page

Kots

In Amsterdam ging ik op een avond mee met een vrouw die me vroeg om geen vragen te stellen. We gingen naar haar huis. Ze fluisterde dat ze me aardig vond. Ze kuste me en zei: niet praten alsjeblief. We kleedden ons uit en we gingen liggen op de twijfelaar. We deden het onder een poster van James Dean, waarop ze met een dikke rode stift ‘forever yours’ had geschreven. Ik hield mijn mond, want dat was de deal. Achteraf bleven we zwijgend nagenieten. We rookten samen een sigaret. Het leek alsof we een doofstomme versie van Turks Fruit speelden. Ze vroeg me om te blijven. Ze vroeg het zo lief dat ik toestemde. Ze viel in slaap onder mijn oksel. De volgende morgen vertelde ze dat ik heel hard leek op iemand die ze ooit gekend had. Ze toonde me een foto van mezelf terwijl ik omhelsd werd door een veel jongere versie van haar. Achter ons stond de auto van René. Ik haastte me naar de badkamer en kotste in het toilet. Ik bekende haar dat ik Peter was, het broertje van René. Toen moest zij ook kotsen. Ik realiseerde me dat ik mijn kots niet doorgespoeld had.

43 weergaven
Archief
bottom of page